Vandaag hebben we een City Tour afgesproken met Nooh. Nooh runt Araiwah Bicyclng en viel op op Internet door zijn weinig gelikte, maar wel leuke website. De website beschrijft Nooh wel een beetje. Met oorbellen en neusring is hij in ieder geval niet de standaard Thai. Nooh pikt ons met een songthaew op bij ons hotel en 10 minuutjes later staan we bij zijn fietsenloods. We krijgen een prima Thaise fiets (een acceptabele kleine naar onze normen) en gaan op stap.
De eerste stop is de markt waar nagenoeg alle restaurants en heel veel Chiangmaise Thai hun eten kopen. Er zijn leuke groentenstalletjes, maar ook de bekende bergen vlees en gefrituurde insecten. Een kikker zien slachten is voor een deel van de reisfamilie ook wel weer behoorlijk confronterend. Via allerlei sluipweggetjes komen we uit bij de zilverwijk.
De wijk was vroeger een boerendorp, waar de inwoners zichzelf metaalbewerking hebben aangeleerd. Eeuwenlang was het een bijverdienste, maar sinds het dorp is opgeslokt door Chiang Mai vooral ook de hoofdverdienste. Zo worden de zilveren vaten voor de koning in Bangkok hier gemaakt. Helaas gaat het sinds het uitbreken van de crisis in 2008 slecht met het dorp. De zilverprijzen zijn hoog en mensen hebben geen geld (over) voor het arbeidsintensieve zilverwerk. Een deel van de smeden heeft ander werk gezocht, een ander deel houdt het hoofd boven water met het bewerken van aluminium.
In de wijk is een tempel van alumnim die voor een groot deel gemaakt is door de eigen inwoners. Het vakmanschap spat er van af en het zou zonde zijn als deze skill verloren ging.
We fietsen door door de buitenwijken van Chiang Mai langs tempels, woonhuizen, rijke en arme buurten en de universiteit. Regelmatig stopt Nooh om ons te voorzien van een hapje en een drankje of voor uitleg. Hij is een slimme vent met oog voor zijn omgeving. Zo stopt hij alleen bij specifiek door locals gerunde zaken, om op die manier de lokale economie te steunen. Hij vindt het ook jammer dat de gemeenschapszin langzaam verdwijnt uit Thailand. “Vroeger bouwde een heel dorp in drie dagen gratis een huis voor een pasgetrouwd stel. Dat zie je nu niet meer.”
Halverwege de middag fiesten we bij 35 graden celsius een stuk de Doi Suthep op. Best wel een steil bergje, maar de beloning komt in de vorm van een frisse waterval. Om half vijf zijn we lichtverbrand terug bij ons hotel. Tijd voor een duik in het zwembad, om de gloeiende armen en hoofden af te laten koelen.