Met onbekende bestemming vertrokken…
In 2014 gingen we in de voorjaarsvakantie naar Spanje. Geen Costa, maar een rondje in en om Madrid.

De trouwe volgers van de reisfamilie kennen de algemene reisrichting wel. Zuid-oost en dan een heel eind vliegen. We zitten nu heeel ergens anders. Waar? Spanje deze keer. De komende dagen kunnen jullie daar alles over lezen. En de kwizvraag voor vandaag is: waar is bovenstaande foto gemaakt? De stad allen is niet genoeg ;-).
Dia con Miguel é Dori
Gisteren was onze eerste dag en een echte reisdag. Al ligt Madrid op maar dik twee uur vliegen van Schiphol, je bent toch weer lang onderweg met naar het vliegveld, inchecken, vliegen (met KLM, na de dip van een paar jaar geleden weer goed), wachten op bagage en met de taxi naar ons flatje. Een rondje door de buurt en eten om de hoek sloten de dag af.
We zitten in een apartement dat we geboekt hebben via airbnb.com. Ook weer zo’n internettoepassing met een hoog social media karakter. Particulieren verhuren rechstreeks hun kamers of huizen. Onze stek is een mooie flat voor een prijs waarvoor je nog geen vier stapelbedden in een jeugdherberg hebt

Op zaterdag zijn we een hele dag op stap geweest met Michel en Dori. Michel is vriend en collega van Hans en geplaatst in Madrid als defensieattachee. Dori is zijn echtgenote en er zijn nauwelijks gezelligere gidsen denkbaar. Het weer was heerlijk, felle zon met een fris windje. We zijn de hele dag buiten aan de wandel geweest.

Hoewel Spanje al een eeuw of drie geen wereldmacht meer is, is iemand wel vergeten om dat aan de Spanjaarden te vertellen. Madrid is daardoor een stad met grandeur, maar ook met een gezellige oude binnenstad. Met dank aan de EU is er veel opgeknapt, maar eerlijk is eerlijk, de Spanjaarden zorgen er ook erg goed voor. Ik ken weinig wereldsteden die er zo schoon en netjes opgeruimd uitzien.
Via het Koninklijk paleis, de Plaza Mayor, de Puerta del Sol, Prado hebben we lekker rondgeslenterd. Onderbroken door tapa’s in de omgebouwde Mercado San Miguel kwamen we uiteindelijk terecht in het heerlijke Retiro-park met Glazen paleis.

De Beer in de Aardbeienboom is het symbool van Madrid. Als je zijn hiel aanraakt, kom je hier zeker terug. Correct. Hans deed dat 31 jaar geleden, en het heeft gewerkt.
Pas op voor zakkenrollers zeiden ze nog. En terecht. Dori, Mirjam en de kids liepen een stukje voor Michel en Hans toen een dame Mirjam probeerde te rollen. Ze zat al met haar hand in Mirjam’s tas, maar een sprintje en een rugbyscrum van Michel maakte daar snel een eind aan. Mochten jullie foto’s willen zien van een Madrileens zakkenrollerstrio, ook die hebben we ;-).

De dag sloten we ontspannen af met een heerlijke maaltijd in bij Dori en Michel thuis. Frank vind het nu al een heel leuke vakantie.
Hemingway never ate here

De Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway was een groot fan van Spanje en meer nog van Madrid. Hij vocht mee in de Spaanse burgeroorlog (aan de anti-Franco kant), waarover hij o.a. schreef in ‘For whom the bell toils’. Maar ook voor de Spaanse burgeroorlog verbleef hij al geruime tijd in Spanje, en dan het liefst in Madrid; de Spaanste aller Spaanse steden volgens Hemingway. In 1932 schreef hij er het ultieme boek over stierenvechten “Death in the afternoon”. Een fatsoenlijk mens kan tegenwoordig niet meer naar een stierengevecht, maar lees Hemingway en het is ook niet meer nodig. Naast schrijven besteedde Hemingway in Madrid ook veel fijd aan zijn hobby: drinken. Er zijn weinig bars van voor de 1960 waar Hemingway niet gedronken heeft en er zijn er sowieso een hoop die beweren dat hij er ooit geweest is. Nou ja, dan word een restaurant waar Hemingway niet gegeten heeft vanzelf exclusief.

De wijk El Rastro was ook in de tijd van Hemngway al populair. Ooit het slachthuis van Madrid en de buurt met leerlooierijen, maar ook het snijvlak tussen Afrika en Europa in Madrid. De buurt was in de 19 eeuw in een populair toevluchtsoord voor dieven en ander gespuis. De buit werd er ook verhandeld en over de jaren groeide uit deze handel de grootste vlooienmarkt van Europa. Elke zondagmorgen worden er zo’n 3500 kramen opgezet met bric en brac, souvenirs, goedkope kleding en andere meuk. Naast de nodige toeristen trekt de markt ook veel locals, die een rondje slenteren voordat ze in de vele bars aan het aperitief en de tapas gaan.

En er is dus ook christelijke en andere kunst te koop. Wij gaan naar een echt museum en we bevinden ons in goed gezelschap. Hemingway hield niet van musea; hij was liever onder de levenden. In ‘Death in the afternoon’ beschrijft hij alleen de buitenkant van het Prado. Dat wil overigens niet zeggen dat hij er nooit kwam. Voor dit museum maakte hij graag een uitzondering op zijn principes. En terecht. De Spaanse overheersing in de late middeleuwen en de vroege renaissance heeft er voor gezorgd dat er een fantastische collectie kunst uit die tijd hangt. En omdat Spanje ook heerste over de lage landen hebben ze ook veel Vlaamse primitieven. De mooste schilderijen van Jeroen Bosch hangen in het Prado. Goed voor een paar welbestede uurtjes.

En verder doen wij als de Spanjaarden en wisselen kunst en cultuur af met een hapje, een drankje en enkele tapas. Het ‘Museo del Jamon’ heeft geen zitplaatsen, maar levert een biertje en een tapa voor 80 cent. Muy bien.

Lunes cerrado y vehicules autorisado

De vijf P’s weer. Het vertrek uit Madrid gaat gesmeerd. Apartement afsluiten, 20 meter lopen voor we een taxi vinden. De chauf uitleggen waar Europcar zit. Hurauto ophalen en met de Tomtom Madrid uit gaat allemaal lekker. In het kader van verzamel een dictator willen we graag naar het graf van Franco. Die past wel in het rijtje Mao Zedong en Ho Chi Minh. Helaas is de Valle de los Caidos dicht. Dat geldt ook voor het even verderop gelegen El Escorial. Nou ja, weten we ook meteen wat Lunes Cerrado in het Spaans wil zeggen. We rijden door naar Segovia, waar ons hotel Condes de Castilla midden in het centrum ligt.

Gelukkig heeft het hotel vooraf aanwijzingen gestuurd hoe we door de voetgangerszone toch bij het hotel kunnen komen. Dan moe je geen afslag missen, want anders zit je binnen de korste keren in de voornaamste winkelstraat van de stad, waar het hotel in ieder geval niet ligt. We werden echter meteen gevolgd door vriendelijke en behulpzame politieagenten die ons na twee kilometer uit de zone loodsten. Daar stonden minder vriendelijke collega’s, waarvan er een meteen begon te schrijven, maar de andere wel wilde luisteren naar mijn poging tot Spaans. Helaas was er al geschreven, dus er moest betaald worden. Maar omdat ook de schrijvende collega inmiddels doorhad dat er geen opzet in het spel was, kregen we de laagst mogelijke boete en 50% aftrek. Toch nog 40 euro, maar het lijstje van de agent liep tot 1500 euro. Wat helemaal mooi was, was dat beide agenten vervolgens ons in een James Bond tempo voorgingen via straatjes van een meter of drie, vier breed om ons voor de deur van ons hotel af te leveren. Dat dan weer wel.

En verder hebben we fijn de toerist uitgehangen in het prachtige el Alcazar: een slot dat teruggaat tot de 12e eeuw en ooit bewoond werd door Johanna de Waanzinnige.

Ook de giga kathedraal hebben we bezocht en daarna fijn gedanst op de muziek van straatmuzikanten op het plein ervoor (50 % van de reisfamilie dan toch; je kunt je niet voorstellen hoe snel onze kids uit de buurt zijn als we zo iets even proberen). Ook hebben we verbaasd staan kijken naar het meer dan 2000 jaar oude Romeinse aquaduct, dat ooit gebouwd werd zonder een troffel cement en er nu nog steeds staat.
De dag werd afgesloten met een lapje vlees in restaurant Sitio.

Digitaal eindexamen in Salamanca

Van Segovia naar Salamanca is het een uur of twee rijden en daarna nog een minuut of tien zoeken naar het hotel. Salamanca Suites ligt midden in de stad op twee keer vallen van de Plaza Mayor. Opnieuw een voetgangersgebied en weer politiemannen, maar deze keer rijden ze alleen maar voor naar de parkeergarage. Salamanca Suites is een gloednieuw hotel in een oud gebouw, waar keurige mini-appartementjes in gemaakt zijn. Met supervriendelijk personeel, dus we zitten goed.

We zitten sowieso goed, want Salamanca zou de mooiste stad van Spanje zijn. Wij kennen nog lang niet alles, maar zijn geneigd mee te gaan in die bewering. Het is én een oude bisschopsstad én een oude universiteitsstad. Sinds de Spanjaarden Salamanca terug veroverden op de Moren zijn er kosten nog moeite gespaard om er iets moois van te maken. Van een kilometer of vijf afstand ziet de stad er schitterend uit; dan pas echt zie je hoe groot de tweelingkathedraal is. Helaas weinig kans gehad om een foto te maken met 120 op de snelweg.

Als je de kikker spot op het tableau voor de Universiteit heb je een royale tijd geluk. Logisch dat de studenten hier eerst even langsgingen voordat ze examen deden. Dat examen was trouwens redelijk digitaal. Als je dacht dat je genoeg geleerd had meldde je je aan voor het eindexamen. En het enige examen. Na een mis werd je 24 uur opgesloten in de kathedraal en mocht je je voorbereiden op twee speciale onderwerpen. Daarna werd je één uur overhoord door de rector en hoogleraren. Slaagde je, dan kreeg je een A en was het feest. Slaagde je niet voor je enige poging, dan werd je de stad uitgezet en mocht je nooit meer terugkomen.

Wij zijn hier te kort en willen zeker nog een keertje terugkomen. Niet voor de studie, maar om lekker de toerist uit te hangen. Alleen al de oude en nieuwe kathedraal vragen erom heel wat uren meer door te brengen. Wel vermoeiend allemaal, de Spanjaarden eten nogal laat…
Café con leche met dank aan de EU in Extremadura

Vanuit Salamanca vertrekken we in zuidelijke richting naar Extremadura. De naam zegt het al; keihard. En dat was het in deze streek. Eeuwenlang was het de armste regio van Spanje. Nog in de 20ste eeuw heerste er hongersnood en kwam wijdverbreid malaria voor. Toen Koning Alfonso in 1922 een trektocht te paard door de streek maakte, kon hij er op een gegeven moment niet meer tegen. De streek was zo arm, dat hij op een keer moedermelk in zijn koffie kreeg. Vanaf die tijd kwam er wat hulp, bijvoorbeeld in de vorm van door de koning geschonken koeien.

De koning is tegenwoordig vervangen door de Europese Unie, die blijkens de vele borden her en der alles subsidieert wat los en vast zit. Bijvoorbeeld het dorpje La Alberca, dat redelijk authentiek bewaard is gebleven en dat met Europees geld is opgeknapt.

Ook de gezellig Duits sprekende bakkersvrouw zat in een miniem winkeltje tussen het brood authentiek te wezen. Als je de beschaving van een land kunt aflezen aan het brood dat er gebakken wordt, dan zit Spanje we in de top tien.

We rijden door het berglandschap verder naar het zuiden, picknicken bij een oude bron en komen bij een schiterend aangelegd rolstoelnatuurontdekkingspad terecht. Uiteraard ook op onze kosten gemaakt, dus je bent gek als je er dan geen gebruik van maakt.

Het pad komt uit bij het Convento San José de Batacues, een actief klooster, dat niet te bezoeken is. Uit mooie informatieborden (Gracias EU) blijkt wel dat er in de omgeving verschillende oude grotten met grottekeningen te vinden zijn. Het pad is niet langer geschikt voor de paralympics en we wandelen en klauteren naar wat mooiste van de drie grotten moet zijn.

De grot is grotendeels ingestort. Alleen de achterwand is nog intact. Met enige hulp van EU-infoborden lukt het om de schilderingen te vinden. Op dit plaatje zie je beesten die meer dan 3000 jaar geleden getekend moeten zijn. Wel jammer dat Spaanse bezoekers er ook hun namen omheen hebben gekrast. We wandelen terug bij een graad of 28 en rijden door naar onze herberg in Vegas de Coria. We hebben ons biertje wel verdiend. Of een kopje koffie, maar dan wel zonder melk graag.
Het vermogen om dingen te ontdekken waar je eigenlijk niet naar zocht

Hotel Los Angeles ligt in de middle of nowhere in Extremadura en schrijft gastvrijheid met een hoofdletter G. Ons halfpension is all inclusive, bij de royale maaltijd blijft de fles wijn op tafel staan. Dus we zijn ’s morgens (na het even royale ontbijt) niet vroeg weg. Het is een uur of drie rijden naar Toledo, maar na drie kwartier zien we een pijl naar “Oude Romeinse Stad” en we hoeven toch niks, dus we rijden er naar toe.

We ontdekken Caparra, een Romeinse stad uit de eerste eeuw na Christus. Caparra was een etappeplaats op de Via de la Plata, ten onrechte vertaald als zilverroute, maar een verbastering van de arabische naam van “platte weg”. In de Romeinse tijd la Caparra op de route van Sevilla naar Salamanca. Later werd het de route voor pelgrims van Zuid Spanje naar Santiago de Compostella. Die functie heeft de route nog steeds, al is ’t ie lang niet zo populair als de noordelijke route die uit Frankrijk komt.
Er is niet veel ver van het stadje; alleen een triomfboog staat nog overeind. Maar er is een aardig infocentrum (met dank aan de EU) en ook de opgravingen zijn aardig om te zien
We rijden door over bijna lege snelwegen naar Toledo. Tijd om te relaxen in ons mooie Adarve Apartementje. Vakantie!
Touring Toledo met Frank en Marit van de Sunweb

We hebben weliswaar een heel mooi apartement in Toledo, maar de stad is ook een populaire schoolreis bestemming. Voor de wat oudere scholieren zullen we maar zeggen. De laatste groep kwam rond 03.15 uit de stad en ook de collega’s die keurig verspreid vanaf 23.30 uit de stad kwamen wisten Mirjam en Hans goed wakker te houden. Marit en Frank sliepen aan de achterzijde van het optrekje en daar was het wel rustig.

Frank en Marit waren dus wel uitgeslapen, speelden Sunweb reisleider vandaag en verzorgden de rondleiding door het vestingstadje.

Om de toeristen niet teveel te vermoeien, zijn er zes roltrappen die naar de bovenstad voeren. Toledo is redelijk in Middeleeuwse sfeer bewaard gebleven, waardoor alles goed te belopen is, maar de straatjes ook erg nauw. Overigens zien de inwoners zelf er geen been in om met de auto de stad in te rijden. Je ziet dan weer wel weinig auto’s zonder beschadigde achteruitkijkspiegels en als toerist moet je regelmatig een portiek in springen om zo’n local te vermijden.

We bezoeken het Alcazar, waar tegenwoordig het Militair Museum is gevestigd. Met opmerkelijk weinig aandacht voor de Spaanse Burgeroorlog. Al weten we nu wel dat Franco maar 1,45 meter mat. Waarin een groot dictator niet zo groot was dus. Verder veel historische aandacht voor alle Spaanse overwinningen op de Moren ten zuiden en verder alles wat er overwonnen kon worden ten noorden van Spanje. De overgave van Nreda (zie de maquette) kwam een aantal keren terug. Verloren hebben ze nooit.

Via het typisch Spaanse tapasrestaurant McDonalds (de reisleiders bepalen waar er gegeten wordt) kwamen we terecht bij de Kathedraal van Toledo. Woorden schieten tekort om de grootsheid, pracht en praal te beschrijven van deze kerk, waarover meer dan 260 jaar gebouwd is.

In de Kathedraal zie je nog duidelijk Moorse invloeden (zoals het plafond hierboven), maar verder is hij vooral heel erg Katholiek, met een hoeveelheid kunst en schilderijen waar je ergens anders een fors museum mee zo kunnen vullen. En ondat je in Toledo niet kunt ontsnappen aan El Greco (400 jaar geleden gestorven El Grecojaar dit jaar) ook maar een schilderij van El Greco uit de Kathedraal:

De tijdgenoten van de Griekse schilder vonden er maar niet veel aan. Het thema beviel ze niet (de ontkleding van Christus net voor de kruisiging). Er was te weinig aandacht voor Christus van de omstanders en wat deden die drie Maria’s eigenlijk op het schilderij? Tegenwoordig word het werk meer op waarde geschat als toppunt van renaissancekunst door het geweldige gebruik van licht en donker.
Morgen weer naar Huis. Helaas….