Eén jaar later wilde Marit ook…..
Say Cheese
Nadat Frank vorig jaar 5000 dagen oud was geworden en daarom met Hans naar de VS mocht, is dit jaar Marit met dezelfde verjaardag (verdagdag?) aan de beurt.
Zeven uur op, kwart over acht naar Schiphol, drie kwartier in de rij voor het inchecken. Koffie (Hans) en kaaspizzapunt voor Marit, boarden, 12.15 de lucht in. United Airlines doet tegenwoordig weer zijn best.
Om 02.10 lokale tijd in Washington. 25 minuten wachten tot de slurf aan het vliegtuig zat.
Met de prehistorische moving lounge naar de terminal. Dik een uur wachten bij de paspoortcontrole. Huurauto ophalen en door wat files en een foute afslag (we zien de boete van de tolweg wel verschijnen) om 18.30 in het hotel in Edgewood. Pizza Margharita gescoord en om 20.50 bijna gaan slapen. Gaat lukken, want in. Nederland is het inmiddels bijna drie uur ’s nachts. Volg ons de komende twee weken op reisfamilie.nl.
Thank you for new Amsterdam
Jetlag blijft een apart fenomeen. Je tolt om van de slaap, maar drie uur later ben je weer klaarwakker , omdat dat nu eenmaal je normale wektijd is. Nou ja, aan het Comfort hotel in Edgewood lag het niet. Prima bedden, al heb je wel een laddertje nodig om er in te komen. Het ontbijt was inclusive en als zo vaak bij 2-3 sterren hotels in de VS erg pre-processed allemaal. Het vulde in ieder geval.
Om 08.15 zitten we in de auto voor de rit naar New York. Drie uurtjes rijden over de New Jersey Turnpike op de bekende Amerikaans rustige manier. We hebben een Dodge Dart, die niet echt hard trekt, maar wel heel comfortabel rijdt.Om half twaalf zijn we bij het Best Western Hotel in Brooklyn. Te vroeg om in te checken, dus we droppen de bagage, zoeken in de buurt een parkeerplek en nemen de metro naar Manhattan. We scoren wat te eten en te drinken en zijn royaal op tijd voor onze eerste wandeltour met Free Tours by Foot. Free is echt free, al wordt er wel een fooi verwacht, maar er wordt geen enkele druk in die richting uitgeoefend. Free is dus echt free als je dat wilt.
We hebben gekozen voor de tour Soho, Little Italy en Chinatown. Onze gids Bill is echt goed en weet de geschiedenis van vier eeuwen New York feilloos te verbinden aan de straten waar we doorheen komen. Hij begint met ons uitvoerig te bedanken voor het stichten van Nieuw Amsterdam, want zonder ‘onze’ voorouders was New York er mooi niet geweest.
Wat in Soho opvalt zijn de gietijzeren gebouwen. Gietijzer was goedkoop, sterker dan baksteen en gemakkelijk te verwerken. Architecten bestelden de bouwdelen gewoon uit de catalogus. Gietijzer werd later vervangen door staal, waardóor de wolkenkrabbers ook mogelijk werden, maar dit gietijzer is echt mooier.
Wat ook opvalt zijn de iconische brandtrappen. Bekend uit vele films en verplicht geworden nadat bij een brand in een textielfabriek in Little Italy in 1911 maar liefst 147 meisjes om het leven kwamen.
Er is veel te zien in Little Italy, al zijn er weinig originele Italianen meer te vinden, die zijn 50 jaar geleden allemaal richting suburbs vertrokken, zodat de buurt tegenwoordig vooral een toeristenshowcase is.
Dat geldt zeker niet voor Chinatown, waar de chinezen zichtbaar en hoorbaar nog steeds de dienst uitmaken.
We lopen terug naar Brooklyn over de Brooklyn Bridge, waar in het midden een handig wandel-en fietspad is aangelegd, met mooi uitzicht op Manhattan en Brooklyn.
“Ik heb vandaag al meer Joden gezien, dan mij hele leven bij elkaar’ aldus Marit. Ze zijn inderdaad erg zichtbaar hier. Gelukkig wel. Om de multiculti belevenis af te ronden eten we heerlijke taco’s in een onooglijk mexicaans winkeltje vlak bij het hotel. Een welbestede dag.
Vrijheid, voedsel, vergaderen
Ik vrees dat de selfies een beetje het thema beginnen te worden van deze vakantie, naar we hebben er wel veel lol mee. Voor de jongeren onder ons; ook faceswap, maar die gaan we hier niet doen.
Vrijheid ligt wel voor de hand natuurlijk. Met de boot naar Liberty Island om Lady Liberty van dichtbij te bekijken. Iconisch en zo. Al heel vaak gezien (kent er iemand de film Reno, unarmed en dangerous?), maar toch wel bijzonder om van dichtbij ‘in ut echie’ te beleven.
Van alle kanten en van binnen en van buiten bekeken. De historische weetjes zijn dan weer het leukst. Dat er vijf jaar gecollecteerd moest worden om het beeld mogelijk te maken. Dat er merchandising werd verkocht (vrijheidsbeeldcamembert) en dat het beed welsiwaar dor de Fransen is betaald, maar dat de onderkant door de Amerikanen geleverd moest worden.
Weslaan Ellis Island over en lopen via de beurs naar het 9/11 monument. Wat zeker ook opvalt is alle beveiliging. Het stikt van de politie-agenten en de onopvallende flikken in burger. Onopvallen? Nou ja; kort haar, khaki broek, zwart jackje, bult onder het jackje en rugzakje met een extra wapen. Maar verder heel onopvallend. Dat geldt ook voor de zwarte Suburbans (SUV-busjes-ish), die allerlei verstopte zwaailichten hebben, die ze aanzetten als het wachten voor het een stoplicht te lang duurt. Tussendoor snacken we bij wat foodfrucks.
Als het eten ergens multiculti is, dan wel hier. We eten eerst Arabische falafel en daarna Pakistaanse Samosa’s. Allemaal erg lekker.
Er wordt nog steeds hard gewerkt op de lokatie van de voormalige twin towers. Een deel van de gebouwen is al klaar en het uitbundig gebruik van spiegelglas geeft mooie effecten.
Dat geldt zeker ook voor het One World Trade Center, met 1776 voet (hoe symbolisch) inderdaad het hoogste gebouw van New York.
Het monument ter herdenking van 9/11 is on-amerikaans simpel (zeer maar niet pathetisch) en daardoor apart en mooi.
De drie C’s werkten weer fantastisch. Een collega van Hans verzorgt een privé rondleiding door het gebouw van de Verenigde Naties. Hoe vaak mag je op het spreekgestoelte staan waar de afgelopen 67jaar alle werelleiders hebben gestaan. Antwoord: niet heel erg vaak. Daarbij is Alex een wandelend vademecum van wetenswaardigheden over de VN, wat de rondleiding extra leuk maakt. Na wat shoppen in de VN-winkel wandelen we over 42nd street naar Times Square. Alle lichtreclames vormen een redelijke aanslag op de zintuigen, tick in the box en zo, maar nou niet wat New York voor ons New York maakt. We pakken de metro terug naar het hotel, scoren Turks eten bij Turken die verdacht goed Spaans spreken (en geen Turks) en kruipen op tijd in bed. Truste!
Oranje boven, oranje boven…
Vol dagje weer. In die city that never sleeps is het geen probleem om voldoende te plannen. Niet te veel plannen is de uitdaging. De eerste uitdaging van vandaag is het Metropolitan Museum. GI-GAN-TISCH groot. Zouden ze bij ons gemakkelijk een museum of 13 van kunnen maken.
Niet alleen groot, ook giga mooi. Waar we in Nederand blij zijn met een of een paar wat overgeschoten Van Gogh’s, hangt hier dus een complete rij topstukken, zonder Japanners die het uitzicht verpesten. Het museum is gewoon te groot, maar gelukkig wel met de mogelijkheid om stukken over te slaan
Maar overslaan voelt als zonde; het is een schitterend, overweldigend museum. Mijn favorieten: Rembrandt, Monet, van Gogh, Delvaux, Modigliani, nou ja, ga nog maar even door. Te veel om op te noemen en van een schoonheid die bijna leidt tot het Stendhal syndroom.
Nou ja, broodje falafel tussendoor leidt aardig af.
Na het museum maken we een rondje door Central Park. Lijkt op de kaart groter dan in het echt, maar is nog steeds erg groot. Alle cliche’s kloppen trouwens weer en aan alle verwachtingen wordt voldaan.
Koetsjes, …
Straatzangers.
Bruidsparen.
Nou ja, van alles wat dus
Erg underwhelmed door het John Lennon Mozaik(je). Foto is gemaakt in de ene nano-seconde dat er geen Jappanners of Italianen op lagen.
’s Avonds zijn we uitgenodigd bij de receptie ter gelegenheid van Koningsdag van onze Ambassadeur bij de VN, Karel van Oosterom. De receptie vind plaats in het VN-gebouw. Mooie lokatie, mooi gezelschap, maar het leukste was de linkup met mijn KMA Corpskleinduchter Vivian na dik 22 jaar. En nu rap slapen. Morgen we weer tegenaan.
Kwa toerisme.
MOoi MAn
Woordgrapjes zijn zo daft… Het jongste deel van de reisfamilie moest behoorlijk bijkomen van de koningsdagreceptie en sliep met gemak tot na 0800 uur. Met de jetlag mee best wel lang dus.
Na het ontbijt met eieren, spek, worstjes, bagels, creamcheese, jus, koffie, cakejes, yoghurt en nog wat carbs pakken we de metro naar de Chelsea Highline. De Chelsea Highline is een verhoogde spoorlijn die vroeger naar het meatpackers district liep en waarover de koeien en varkes werden aangevoerd naar de stad. Met het verdwijnen van de slachthuizen in de buurt werd de spoorlijn ook niet langer gebruikt en raakte deze langzaam maar zeker in verval.
Gelukkig waren er een paar wakkere geesten die zagen dat het onkruid dat op de spoorlijn groeide ook iets anders kon worden en dus werd de spoorweg omgetoverd in een stadspark. En een leuk park, dat (vermoeden we) ook dient als een werkgelegenheidsproject, want er waren wel hel veel tuinlieden en boswachters aan de gang.
En er staat ook de nodige kunst (bruggetje naar het volgende onderwerp).
In New York mag je ook het Museum of Modern Art (MOMA) niet missen. Niet zo groot en uitgebreids als het Metropolitan, maar weer met een aantl werken, die ieder voor zich alleen de reis al waard zijn? Ik bedoel maar:
Al is niet alle kunst helemaal te begrijpen:
Ma een paar mooie uren mocht (moest) er ook nog even geshopt worden en ook dat is goed te doen in New York.
We hadden verwacht heel veel te zullen zien van de Amerikaanse Presidentsverkiezingen, maar dat valt mee. Op TV lijkt het nog heel wat, maar op straat zie je er bijna niks van. Nou ja, deze poster bijvoorbeeld dan weer wel. De dag werd afgelsoten met een lekkere barbecue thuis bij Vivian, een oud collega van Hans.
Probably the best constitution in the world
Van hele dagen door een drukke stad lopen wordt je al redelijk moe, maar als papa ’s nachts dan ook nog eens af en toe een miniem snurkje laat horen, wordt je daar nog moeier van. Het starten kost dus deze ochtend enig moeite, maar uiteindelijk zitten we tegen kwart over tien in de auto naar Philadelphia. De vrolijke bijnaam van deze stad is Killadelphia. Daar hoef je als toerist geen last van te hebben, als je maar uit bepaalde delen van de stad wegblijft. Vorig jaar ging dat met Frank een beetje mis, toen de de routeplanner ons recht door het slechtste deel van de stad stuurde. Als alle huizen tralies hebben, er zichtbaar gedeald wordt en om het kruispunt een politieauto staat is het allemaal niet briljant. “Papa, er zijn hier alleen maar negers”. “Niet waar jongen, ik zie ook blanken.” “Ja duh, die zitten allemaal in politieauto’s.” Politiek zeer oncorrect, maar als waarneming zeer juist. Dit jaar de route dus maar drie keer gecontroleerd. Tegen een uur of een zijn we bij de 7th street Bed an Breakfast. Gerund door Steve, die de complete bovenste verdieping van zijn huis aan ons verhuurd heeft.
We wandelen via South Street, met een korte lunchstop bij Subway naar Independance Square. South Street is de up and coming neighbourhood in Philly, maar Marit is niet erg onder de indruk van de gentrificatie en vind het allemaal maar een beetje rare winkels.
De kaartjes voor Independance hall zijn allemaal vergeven voor vandaag (maar we hebben een reservering voor morgen) en dus gaan we door naar het National Contitution Center, een museum helemaal gewijd aan de Amerikaanse grondwet. Uiteraard de beste grondwet in de wereld en de trias politica is ook uitgevonden in de VS. Maar uiteraard ook weer zeer gedegen gedaan met een hoop uitleg en ook leuke doe-activiteiten.
Dat recht om wapens te dragen in Amerika was vooral bedoeld voor milities, die in georganiseerd verband hun land mochten verdedigen. Het wordt sindsdien helaas wat anders uitgelegd.
En verder kun je met alle 18e eeuwse ondertekenaars van de grondwet op de foto.
We eten bij Copabanana op de slightly seedy South Street. Niet slecht, met vlees zonder hormonen en zo, maar het blijft wel de VS natuurlijk.
Stendhal Syndrome
De dag start langzaam, maar omdat we tickets gereserveerd hebben voor de Independance Hall moet er wel een beetje voortgemaakt worden. De tweede bagel met Nutella wordt dus lopend onderweg naar Independance Square verorberd.
Independance Hall is maar een klein gebouwtje, maar in de 18e eeuw was het het grootste gebouw van de hele USA. Omdat het én groot was én redelijk centraal in de 13 (toen nog niet verenigde) staten lag, werd er in 1776 de onafhankelijkheid uitgeroepen. 11 jaar later was het ook de plek waar over een nieuwe grondwet nagedacht moest worden. De eerste grondwet was namelijk zo zwak, dat met het wegvallen van de Engelse vijand er meteen onderlinge gevechten dreigden. In dik drie maanden werd de befaamde “We, the people…” constitution opgesteld.
Independance hall ligt in een van de Nationale Parken en wordt (dus) gerund door de National Park Service. Waar je ook komt, ze zijn vriendelijk, professioneel en erg voed onderlegd. Ook onze gids wist weer boeiend te vertellen. En dat ze met hun padvinders-hoeden meteen aan Yogi Bear doen denken is alleen maar bonus.
We pakken de Phlash bus naar Eastern State Penitentiary, de eerste moderne gevangenis van de VS en zelfs van de wereld. Waar overal de boeven met heel velen door en met elkaar werden opgesloten, vrouwen en kinderen incluis, vonden verlichte geesten in Philadelphia dat dat niet langer op die manier kon.
Er werd een systeem bedacht waar gevangen in volstrekte afzondering van elkaar werden opgesloten en hun dagen in stilte doorbrachten. Er moest berouw, penitentie, worden betoond. Er was riolering, er was verwarming, er was medische zorg, maar toch werden de inmates er af en toe redelijk gek van. En dan duurde de straf eind 18e, begin 19e eeuw meestal maar maximaal twee jaar.
Dat is nu wel anders. Op vrij grafische manier wordt aangegeven dat de VS de meeste gevangenen hebben per 100.000 inwoners, die gemiddeld ook nog eens de langste straffen ondergaan. Niet langer in Eastern Penitentiary, die gevangenis is tegenwoordig museum.
Met de bus gaan we door naar het Philadelphia Museum of Art. Opnieuw zo’n mega-museum, waar een enkele zaal vaak al het bezoek waard is. Zo ook hier, alleen al de Monet-verzameling is om te zoenen en er is veel meer moois:
Maar Stendhal dreigt toe te slaan…
… en dus gaan we via een bekende trap…
…die inmiddels naar hem vernoemd is snel boeken shoppen bij Barnes en Nobles. We wandelen een half uur naar onze B&B via de supermarkt (we eten magnetronpasta en sushi vanavond; geen zin meer om naar buiten te gaan) en heel veel straatkunst. Allemaal low-brow, maar ook erg leuk.
Dutch?
We waren wel aan een beetje uitslapen toe. Marit sliep dus tot half elf, we brunchten rustig en vertrokken om een uur of twaalf richting Pennsylvania Dutch country. Jnderdaad, van de Amish. Helaas was het zondag en dan zijn ze weinig actief in de normale buitenwereld.
Archiefbeeld van een koetsje (al hebben we er wel een paar gezien).
Alle Amish tenten zijn dus dicht, maar Dutch Haven is wel open. Net als Pennsylvania Dutch is er op de molen na weinig Dutch aan. Het is ook eigenlijk niet Dutch, maar Deutsch wat zich hier vanaf de 17e eeuw vestigde. Dutch haven bestaat al meer dan 80 jaar, de molen staat er sinds 1946. Heeft geen zak met Nederland te maken, maar de vorige eigenaar vond het wel een leuke gimmick.
We eten traditionele shoe fly pie, die zijn naam ontleent aan het feit dag je voortdurend vliegen moet wegjagen. Zo lekker is ie dus. Vonden wij ook. Verder scoren we sleutelhangers met “We ♥️ Intercourse”; Google maar even waar die vandaan komt.
We rijden snel door naar Getrysburg en checken in de looppas in in het Wyndham Hotel. Mooi hotel, geheime aanbieding op priceline.com en ligt ideaal, vlak bij de bioscoop, want we gaan naar de film. ‘Huntsman Winters War’ scoort niet zo hoog op IMDB, maar daar zijn we het allebei mee oneens. Onderhoudende film over wat er na Sneeuwitje gebeurde, met voldoende humor, aktie en schattige dwergen.
Tussen de bios en ons hotel ligt een van de brouwcafés van de Appalachian Brewing Company. Ze hadden een proefsetje, waar Hans zich dapper doorheen slaat, terwijl Marit de proefnotities verzorgde. Naast de IPA’s (altijd een favoriet, scoorde de Stout met chocolade onverwacht hoog.
2300 monumenten, 25 huizen, één Mexicaan
Iets snellee start dan gisteren, maar nog niet om over naar huis te schrijven. Ons hotels is zonder ontbijt, dus we pakken in en rijden dik een kilometer naar Perkins, een breakfast keten met erg lekkere ontbijtjes en Suzy, de aardigste serveerster die we tot nog toe zijn tegen gekomen. En er zijn er een hoop die echt vriendelijk zijn. “Vanwege de fooi” is dan de rypies Nederlandse reaktie. Kan wel zijn, maar ik heb veel liever bediening die gemaakt vriendelijk is, dan oprecht sjacherijnig a la Nederland.
Daarna naar de Wallmart om wat inkopen te doen (en mensen te kijken; google maar eens “peopleofwallmart”). Opvallend hoe goedkoop de frisdranken hier zijn, je betaalt er minder voor dan voor water. Schijnt te komen door de subsidie die op suiker zit. De obesitas krijgen ze er hier gratis bij.
Als er een periode bepalend is geweest in de geschiedenis van de VS, dan is het de burgeroorlog van 1861 tot 1865. Meer nog dan de onafhankelijkheidsstrijd is deze van belang geweest voor de vorming van de Amerikaanse natie. De meeste doden en gewonden van de burgeroorlog (50.000) vielen bij de slag bij Gettysburg op 1, 2 en 3 juli 1863. De slag vormde het keerpunt in de burgeroorlog. Hadden de Zuidelijke Staten voor die tijd nog de gedachte dat ze de oorlog zouden kunnen winnen, na Gettysburg was dat niet meer het geval, hoewel de oorlog nog twee jaar zou duren.
Naast een mooi museum en een gigantisch panorama schilderij, is ook een rit over het slagveld een must.
Ieder bataljon en/of staat heeft er wel een monument achtergelaten, waarvan de omvang vooral bepaald wordt door de beschikbare fondsen. De monumenten staan op de plek waar betrokken staat of bataljon het hardst gevochten heeft, dus het is af en toe dringen. Zeer begrijpelijk, want er werd door meer dan 150.000 man schouder aan schouder gestreden (soms 15 rijen diep). Totaal staan er meer dan 2300 monumenten, die we lang niet allemaal gezien hebben. We maken een pitsstop bij een outletcentrum, maar we hebben weinig koopzin, zeker niet nu de zon doorbreekt en het zo 10 graden warmer wordt.
Het is vrij eenvoudig om met enig dedain neer te kijken op de historie van de VS. Een gebouw dat 50 jaar overleeft is al snel een historic landmark. Maar dat is flauw en doet geen recht aan de wijze waarop de recente geschiedenis geconserveerd wordt. Harpers Ferry is daar een mooi voorbeeld van. Het is het restant van een stadje dat uitermate belangrijk was bij de start van de industriele revolutie, omdat er voor het eerst geweren op industriele schaal werden gefabriceerd. Het lag ook bijzonder strategisch op de rand van Noord en Zuid en wisselde 8 keer van bezetter tijdens de burgeroorlog. Het stadje is nu een nationaal Park en het leuke is dat meer dan de helft van de dik 25 huizen een museumpje herbergt. Mooi gedaan en erg informatief.
We overnachten in Frederick bij Fairfield Inn and Suites, opnieuw voor relatief weing geboekt als geheime aanbieding op Priceline.com. We eten bij het Mexicaanse formule restaurant Chipotle. Gaat, maar geen aanrader en zijn net voor het onweer terug in ons hotel.
We could be heroes
Naar Washington is het dik een uur vanaf Frederick. We checken in in het Radisson hotel in Arlingto. Het hotel wordt gerenoveerd, dus dat verklaard de relatief goede prijs op Priceline. Niks van te merken op de keurige kamer.
We nemen een Ueber naar de Mall, de enorme grasstrook die dwars door Washingron loopt en waarlangs alle belangrijke gebouwen en monumenten liggen. Hans is inmiddels voor de tigste keer in Washington, maar ook de eerste keer wist ie feillos waar alles lag. 40 jaar Amerikaanse films en het idioom zit gebakken in he onderbewustzijn.
We eten een cookie en deze vriend eet mee. Hoe heten Knabbel en Babbel eigenlijk in het Engels? Chip and Dale)).
Via het Witte Huis lopen we naar de Potbelly Sandwich Shop, voor een lekker broodje en hygienisch advies op het toilet.
Na het broodje kan het kind er weer tegen, het zonnetje schijnt, dus we doen geen museum, maar de Nationale Begraafplaats Arlington. Ooit de plantage en het huis van de zuidelijke Generaal Lee. Lee was een groot militair. Lincoln vroeg hem om bevelhebber te worden van de Union (noordelijke troepen. Maar Lee kwam uit Virginia en zijn loyaliteit lag meer bij zijn staat dan bij de Verenigde Staten. Het huis lag en ligt recht tegenover DC en de ligging in de frontline was dus wat ongelukkig.
Tijdens de burgeroorlog werd het huis ingenomen door de Noordelijken. Om te voorkomen dat Lee er nog ooit terug kon keren en ook om hem een beetje te straffen voor zijn ‘foute’ keuze voor Zuid werd het terrein in 1864 in gebruik genomen als militaire begraafplaats. Tegenwoordig liggen er meer dan 400.000 militairen begraven. Dagelijks vinden er circa 15 begrafenissen plaats, lang niet altijd van gesneuvelden, maar ook van veteranen die van ouderdom sterven.
Daar zijn er vandaag trouwens heel veel (levenden) van in Washington. De organisatie Honor Flight heeft tot doel zoveel mogelijk veteranen uit de Tweede Wereldoorlog en de Korea oorlog een bezoek te laten brengen aan de monumenten in Washington. Mooi initiatief.
En allemaal in een t-shirt met een mooie tekst.
We shoppen bij Shoppers. Met een gekoeld bierwalhalla. Mooi land, verantwoorde cultuur die VS.
National Treasure
We ontbijten op de kamer en nemen (rustig aan, pap), de metro naar l’Enfant Plaza. Heeft niks met kinderen te maken en alles met de miskende Frans-Amerikaanse architect die eind 18e eeuw in opdracht van George Washington een nieuw ontwerp maakte voor de hoofdstad. Dat nooit werd uitgevoerd.
We gaan naar het National Air and Spacemuseum, een van de 21 musea van het Smithsonian. Weer een mooi verhaal. Het Smithsonian is in 1846 opgericht met geld uit de erfenis van de in 1829 overleden Engelse geleerde James Smithson. Die had het wel ingewikkeld gemaakt; mocht zijn neef Henry James Hungerford kinderloos komen te overlijden, dan zou een som van honderdduizend ”gold sovereigns” aan de USA overgemaakt worden ter oprichting van een instituut om het erbarmelijk lage peil van het wetenschappelijk onderzoek wat op te krikken. In 1835 stierf Hungerford inderdaad kinderloos. De VS voelden zich toch wat afgeplast, dus volgde er een lange politieke strijd over de vraag óf men het legaat wel moest aanvaarden. Uiteindelijk dus wel (het was toch veel geld) en er werd een stichting opgericht om het geld te beheren en te besteden.
Dat besteden lukt vrij goed. Naast wetenschappelijk onderzoek gaat er ook veel geld zitten in het beheren van 142 miljoen (jawel) voorwerpen. Het Air en Space museum is een van de populairste uit de Smithsonian-serie. Net als de broertjes gratis te bezoeken en van de categorie groot, groter, grootst. Hele vliegtuigen, raketten, telescopen, You name it, maar ook vrijwilligers die uitleg geven over de kleinste aspecten. Hoe een wc in de ruimte werkt bijvoorbeeld.
Na A&S steken we de Mall over naar de National Archives. Inderdaad, waar Nicolas Cage de Amerikaanse Grondwet steelt vanwege de schatkaart op de achterkant. Is dus geen museum. Maar een federal building. Dat je kunt bezoeken en waar ze weer een paar leuke tentoonstellingen hebben. Naast de (echte) grondwet en onafhankelijkheidsverklaring, is er ook een goede tentoonstelling over de strijd rondom burgerrechten. Net als Cage kopen we een kopie van “We, the people….”, we ruilen hem echter niet om voor de echte.
Geen museum, noch een federaal gebouw, maar wel helemaal Marit; een boekenwinkel van Barnes en Noble. Weer een uur onder de pannen. Marit scoort drie nieuwe boeken, we pikken eten op en eten op de hotelkamer. Morgen weer een dag.
Pentagon, P, Panda’s en Pizza
Met Sam de Eagle op de selfie, die hadden we nog niet. We begonnen de dag in het Pentagon. Jawel, het ground zero van de Amerikaanse Defensie is gewoon te bezoeken voor burgers. Schrijf je tijdig in via de Pentagon Tours onder overlegging van je complete doopceel en je krijgt een tijdstip waarop je welkom bent. Na een veiligheidscontrole (nauwelijksnerger dan het gemiddelde vliegveld) ben je binnen.
De tour wordt verzorgd door soldaten van alle krijgsmachtdelen, die dat als enige taak hebben. Niks uitzending naar Irak, maar in de vouw en gepoetst toeristen rondleiden. Dat doen ze dan wel weer erg goed. Iedereen die deze baan wil moet 33 bladzijden tekst van buiten leren en heel goed achteruit kunnen lopen. Jawel, want de gids loopt de hele rondleiding achteruit. En omdat het Pentagon zo gigantisch groot is, is dat al gauw 2,5 kilometer per toertje. Alles is dus heel groot in het Pentagon. Het aantal werknemers (geschat op 25000+ exclusief ander personeel als schoonmakers en winkelpersoneel). Er zijn meer dan 30 restaurants (alle fastfoodketens zijn vertegenwoordigd), de nodige winkels en dus tientallen kilometers gangen.
Los van die ene foto hierboven mag je nergens fotograferen, op een klein hoekje na. Het monument voor de slachtoffers van 9-11 mag wel op de foto. Het is een on-amerikaans sober monument, dat wel stijf staat van de symboliek. Het bestaat uit 184 bankjes, een voor elk van de slachtoffers die die dag op deze plek vielen. De bankjes staan uitgelijnd naar het vluchtpad van de inslag van het vliegtuig. Op elke bank staat een naam, die van de slachtoffers in het Pentagon kun je lezen als je naar het Pentagon kijkt, die van het vliegtuig staan 180 graden andersom. De banken staan op leeftijd en ook nog eens op maand van geboorte. Klinkt tè, maar ziet er goed uit.
We nemen de metro naar Hillwood Estate, om te lunchen met Joanneke, buza collega van Hans. Fijn als je nagenoeg overal wel vrienden en bekenden hebt zitten. Hillwood Estate is het oude huis van Majorie Merriweather Post die een geslaagde poging heeft gedaan om het kapitaal uit te geven dat haar vader met cornflakes had verdiend. Gezellig bijgekletst met Joanneke, niet in die zaal hierboven, maar in het café. Het museum slaan we over, een deel van de familie is licht museummoe.
We nemen een Ueber naar de Smithsonian Zoo, die een paar kilometer verderop ligt. Panda’s zijn geweldig leuk, vooral als de baby moeder een beetje zit te zieken tijdens het eten. En omdat Panda’s 50% van hun tijd eten, valt er veel te zieken. Ook hier laat het Smithsonian zich weer van zijn beste kant zien. Uiteraard weer gratis toegang en een erg mooie dierentuin.
Marit heeft zin in frietjes en dus eet ze pizza in de Crystal City Sports Pub. In de top 20 van Amerikaanse Sportbarren. Geen idee wat de criteria daarvoor zijn, maar drie verdiepingen, met minstens 50 tv-schermen per verdieping helpen blijkbaar wel. Morgen laatste dag. Snik.
Evaluaselfie
Deze was de laatste van de vakantie. Op het vliegtuig bij United Airlines, die tegenwoordig het bier niet meer voor 7 dollar verkopen, maar vrijelijk en royaal verstrekken. En selfie was ook wel een beetje het thema zoals jullie gemerkt hebben. Niet bedacht, maar zo vanzelf gekomen. Er komen er in deze post nog een paar (exclusief! niet eerder gepubliceerd!)
We slapen uit, ontbijten met donuts en muffins op de kamer en pakken in en nemen de auto naar Tanger Outlet Centre, even ten zuiden van Washington. Alle bekende kledingwinkels, poepchique ingericht, maar 30 tot 80 % korting op het prijskaartje. De gemiddelde Amerikaanse smaak is niet helemaal die van Marit, maar we scoren een en ander. De regen valt bij bakken en door een stortbui rijden we naar Dulles Airport. Door ongelukken langer dan gepland, maar nog altijd royaal op tijd om de huurauto in te leveren en in te checken. We zaten in de door de Transport Security Authority vertrouwde categorie, dus we mochten door de speciale lane. Scheelde een lange rij en we mochten alle kledingstukken aanhouden. Het vliegtuig is dik overboekt, maar wij mogen op de voorlaatste rij toch nog mee.
Evaluatie
Met je 5000 dagen oude dochter naar de VS is anders dan met je even oude zoon, maar net zo leuk. Voor Hans was het de tigste keer dat hij er was, op die éne keer met Frank na altijd voor werk. Da’s ook best leuk, maar de VS zijn zeker ook gewoon een fijn vakantieland.
Ze zijn oppervlakkig en alleen maar aardig voor een fooi is een opvatting die je nogal eens hoort. Niet dus. Wie we ook tegenkwamen, ze waren zonder uitzondering aardig, behulpzaam en beleefd. De ontvangst in de hotels, de obers in de restaurants, hulp in winkels, dat zijn dan de ‘commerciële’ contacten, zonder uitzondering aardig. De rangers van de National Parkservice zijn niet alleen uiterst behulpzaam, maar ook nog eens zeer goed geinformeerd. Stel ze een vraag en je krijgt een boeiend historisch verantwoord hoorcollege, dat soms wel een kwartier duurt. De musea draaien veel op vrijwilligers, opnieuw vriendelijk en behulpzaam en die ook nog eens een goed verhaal kunnen vertellen. Selfie maken op straat? Meteen staat er iemand bij je die aanbiedt om het over te nemen. Kijkje even op een plattegrond: meteen komt er iemand naar je toe om te helpen. O ja, dat ze veel herrie maken is ook waar.
Bezienswaardigheden
Met een geschiedenis van dik 200 jaar is iets al gauw historisch. Maar dan zorgen ze er wel heel goed voor. Iets is dus al gauw een national park of landmark. Het wordt allemaal goed geconserveerd en in stand gehouden. Daarbij wordt er weinig tot niets vernield of beklad. Natuurlijk zie je wel graffiti, maar niet op de landmarks. Ook niet als ze feitelijk ombewaakt zijn (zoals de vrij toegankelijke huizen in Harpers Ferry). Musea zijn nogal eens groot, groter, grootst, maar ook kleine, intieme musea zijn door de vrijwilligers zeer de moeite waard.
Voeding
Sommige vooroordelen worden wel heel snel bevestigd. Food is per definite Fast. Gezellig een avond tafelen is er niet bij, ook in de niet standaard fast food tenten gaat het van haasje-repje. Verder is het veul, vet en werm en veel processed. Best begrijpelijk vanuit efficiency, voedselveiligheid en houdbaarheid, maar niet altijd lekker. Zo bestond het complimentary ontbijt dat in onze twee-sterrenhotels altijd inbegrepen was nagenoeg alleen uit kant-en-klaar eten, geserveerd op plastic bordjes. Voorgebakken omeletten, hamburgers en spek, brood, zelfbak wafels, cakejes en bagels en ergens achteraan nog twee appels. Ook een salade ’s avonds is niet automatisch gezond als er anderhalf ons kipfilet, blauwe kaas en spek op gaat. Frisdrank; free refills en ‘can I get you a soda for the road?” De Nederlander vraagt zich wel af waarom je een grote frisdrank zo bestellen als je free refills krjgt, maar da’s dan wel weer heel erg Nederlands. Maar we hebben het met hier en daar een vitaminepil overleefd. Wat dan weer wel meeviel; er is tegenwoordig keuze in bier. Niet alleen meer uit halfbevroren licht alcohlische frisdrank, maar ook lekkere hoppige (IPA) biertjes, vaak van de tap en vaak ook van lokale microbrouwerijen
Verkeer
Bijna truttig hoe dat de Amerikanen rijden. Linksaf willen slaan en voorgesorteerd? De tegenligger die rechtdoor wil stopt voor je en zwaait net zo lang totdat je voorrang neemt. Neiging hebben om als voetganger over te steken? De automobilist spot je en stopt al 15 meter voor je. En verder is het met uitzondering van wat drukte rond de grote steden vooral rustig tuffen met 45 of 55 mijl per uur op lange lege countryroads.
Voor herhaling vatbaar? Zeker wel.